Galerie Noord 2017
(on)gemakkelijk landschap
Albert Verboon & Paul Veenstra
Je moet van alles. Het broeikaseffect aanpakken. Zonnepanelen op je dak zetten. De wereld redden........... Maar waar begin je?
...................................................................Bij ENGIE-ENERGIE!
Growing a better world together .... RABOBANK
De wereld, het redden van de aarde ingelijfd door het grootkapitaal. Hoe ver staat dat niet af van de rede die opperhoofd Seattle zo’n 163 jaar geleden uitsprak als antwoord aan de Amerikaanse regering die het land van de Dwamish-indianen wilde kopen.
Goedschiks dan wel kwaadschiks; met een overeenkomst of met geweren.
‘Hoe kun je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen? Als wij de prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe kunt u het dan van ons kopen?’
De toespraak van Seattle is een van de weinige overblijfselen van de filosofie van de indianen omdat bij hen geen sprake was van het geschreven woord. Bovendien luisterde de blanke overheerser nooit naar hen die ‘de taal van de aarde’ spraken.
Deze gebeurtenis is een van de items waarop Paul zijn idee over deze tentoonstellig baseert.
Een ieder die Paul kent, weet dat hij de argumenten voor zijn ideeën uit allerlei hoeken en gaten tevoorschijn lijkt te toveren en dat die ideeën niet altijd even eenduidig zijn.
Dat hoeft ook niet van Paul want alles stroomt en chaos regeert. TAO.
‘Paul, heb je gezien dat die glasplaat kapot is?”
“Ja,” lacht Paul, “Dat wou ik zo laten, het is tenslotte een ongemakkelijk landschap.”
De vraag is of wat ik denk te begrijpen samenvalt met wat ik zie of liever denk te zien.
De titel van deze expositie ‘(on)gemakkelijk landschap’ wijst volgens mij op de tegenstelling tussen het ongerepte -onschuldige- landschap en dat wat wij met het inwendige en de bekleding van moeder aarde aanrichten. We halen de bodem leeg tot ie verzakt en hakken de bomen op grote schaal om totdat de bergen glibberig naar beneden glijden.
Ik lees de speech van Seattle nog eens door:
‘Wat er gebeurt met de aarde, gebeurt met de kinderen van de aarde. Als een man op de grond spuwt, spuwt hij op zichzelf. Dit weten wij: De aarde behoort niet aan de mens, de mens behoort aan de aarde’.
Ik zie op het affiche de titel van deze tentoonstelling op z’n kop staan en denk even te begrijpen: De wereld op z’n kop.
En wat zie ik?
Sommige werken van Paul Veenstra geven duidelijk aan een verhaal te willen vertellen, terwijl andere op zichzelf staande landschappen lijken te zijn.
Ik zie de landschappen waarin Paul in de loop van zijn leven heeft rondgelopen en die hij met verschillende materialen heeft getekend of geaquareleerd. Hij heeft ze nu als een ‘object retrouvé’ weer ter hand genomen, bewerkt, uitgewerkt, of samengevoegd. Ik heb soms het gevoel niet van kijken, maar van aanraken. Altijd zien ze er lieflijk uit, alsof hij de aarde gestreeld heeft, of heel voorzichtig heeft bekeken. Misschien zijn ze zelfs gewoon uit zijn hoofd ontstaan als écritures automatiques, iets dat we al vaker in Paul’s werk konden aantreffen. Of ze zijn van oorprong wél gebaseerd op de werkelijkheid. Maar ze zijn door Pauls filter veranderd in Matisse-achtige ornamenten die ondanks de fier overeindstaande falussen elkaar kronkelend omarmen zoals in de pastel ‘TAO 2’ die u wellicht links bij binnenkomst heeft zien hangen.
Nergens zien we in het landschap een tsunami opduiken, of donkere dreigende donderwolken die hardhandig duiden op de teloorgang van Moeder aarde. En ook de erotische toevoegingen doen lief, vriendelijk en voorzichtig aan. Zelfs wanneer een vogel -in een scheef kader- lijkt te zijn neergeschoten vanuit een andere tekening, vloeit er geen bloed en doen de zachte kleuren en richtingen hun werk binnen de compositie. Mijn interpretatie van ‘la piscine’ als dreigende golf wordt overruled door Pauls bedoeling: hier heeft het water zich onttrokken aan de kaders van het zwembad en de vrijheid van de zee verworven.
“Jullie kijken niet” placht een academiedocent te zeggen. “Ik wil ook helemaal niet kijken” was dan het repliek van Paul. Om vervolgens hetgeen hij voor zich zag geheel naar eigen goeddunken vast te leggen. Maar dan vaak niet vast, maar tastend.
Misschien komt dat lieflijke voornamelijk door de toegepaste technieken die Paul dit keer laat zien. Geen acrylverf maar potlood en pastel, kleur- en aquarelpotlood, inkt en aquarel. Hier en daar collage.
“Zet dat ‘on’ maar tussen haakjes” hoor ik Albert zeggen.
Dat ‘on’ van ‘ongemakkelijk’ tussen haakjes is gezet, komt omdat de andere exposant Albert Verboon niet zo veel betekenis hecht aan deze titel. Zijn schilderijen ontstaan meestal gewoon in het atelier naar aanleiding van eigen foto’s, tijdschriften, televisie of internet. Niet vanuit de visuele werkelijkheid of de natuur, maar vanuit droom en fantasie ontstaan kleuren en vormen zonder diepere betekenis of symboliek. “Ik voel me senang als ik gewoon lekker bezig ben” laat Albert weten.
“Mijn beelden zijn een uitnodiging om verder met mij te fantaseren over kleur en vorm en zijn niet bedoeld om er een diepere of symbolische betekenis in te zien”.
“Het ongemakkelijke is bij mij soms de compositie” en “Ik hou totaal geen rekening met de werkelijke kleur van het landschap” zegt Albert Verboon.
En wat zie ik?
Vrijwel op elk schilderij van Albert is sprake van een centraalcompositie. Ook als er duidelijk iets of iemand uit het centrum is geplaatst, is er sprake van een contra-element waardoor het evenwicht hersteld wordt. Soms staat er een lichte vlek naast een donkere vorm, elders zie je naast een ‘op je af komen’ een ‘van je af gaan’, zoals bijvoorbeeld daar bij het schilderij ‘Achter mijn huis’.
Met betrekking tot de kleur kun je zeggen dat elk schilderij enorm contrastrijk is. Vaak is er sprake van tegenlicht waardoor de prominentse figuren en objecten als silhouetten tegen hun achtergrond af-steken. Bomen, een fiets, een figuur, de boeg van een roeiboot of een halfgesloten tuinhek.
De kleuren lijken inderdaad aan zijn fantasie ontsproten en ademen volgens mij een sfeer die oosters aandoet. Ruimtelijkheid verkrijgt hij -naast de contrasten- door de kleuren, de richtingen en voor een belangrijk deel door zijn toetsen die naar de gesuggereerde diepte toe telkens steeds kleiner worden en voor een belangrijk deel beeldbepalend zijn.
Toch is er wel degelijk soms ook sprake van Hollands atmosferisch perspectief zoals bijvoorbeeld in ‘paalhuis’.
In deze ruimte van Galerie Noord contrasteert het werk van beide exposanten uitdrukkelijk. We kunnen daarom misschien wel beter spreken van een tegenstelling in plaats van een tentoonstelling.
De zachtheid van Pauls tekeningen wordt hierdoor extra benadrukt. Op ‘Kalapana’ -‘De geboorte’- na zijn het ook echt allemaal landschappen. Zelfs de illustratieve tekeningetjes die samen een installatie op de grond vormen zijn ten grave gedragen uitzichtjes op landschap. Uitzichtjes vanuit een tuintje met tafels, stoelen en een schilderspalet. Lekker relaxt.
Je wilt van alles. Historisch onrecht aanvechten. Vrijheid verbeelden. Betekenis geven.
Of je wilt van kunst genieten.
Ik open de tegenstelling.
Aan u de keuze.
Theo van Egeraat Groningen 25 november 2017